Grand Hotel Bellevue (de Rotonde)

Het Grand Hotel Bellevue of in de volksmond 'De Rotonde' is het eerste pareltje van Westende, Zeedijk 300. Het werd ontworpen door de befaamde art-nouveau architect Octave Van Rysselberghe en werd in 1983 als monument beschermd.

Geschiedenis

Het Grand Hotel Belle Vue is één van de mijlpalen in de toeristische geschiedenis van Middelkerke en Westende. Het werd getekend door de befaamde art nouveau architect Octave Van Rysselberghe. Het gebouw is beschermd en in zijn oorspronkelijke stijl hersteld. Het werd opgetrokken in 1909 en bleef na de 1ste wereldoorlog als enige gebouw in Westende-bad overeind. Dit was te danken aan zijn constructie van gewapend beton. Tijdens het interbellum brachten heel wat leden van de koninklijke familie er hun vakanties door.

In het eerste decennium van de 20ste eeuw werd duidelijk dat Westende een tweede grote hotelaccommodatie nodig had. Het Westend Hotel in het centrum van de badplaats kon de vraag naar verblijfruimte niet meer aan. In 1909 werd de "S.A. Grand Hotel Bellevue" opgericht met als doel een tweede zeedijkhotel te bouwen. Grootste aandeelhouders waren Max Hallet, de vice-gouverneur van Congo, Francis Dhanis en architect Octave van Rysselberghe, die het ontwerp leverde voor het nieuwe complex. Deze laatste dankte op dat moment zijn roem aan de werkzaamheden voor de Compagnie des Grands-Hôtels Européens. Voor deze maatschappij realiseerde hij namelijk het Royal Palace Hotel in Oostende en het Rivièra Palace Hôtel in Beausoleil.

De architect


Octave van Rysselberghe (1855 – 1929) bouwde aan het begin van zijn carrière diverse stadhuizen in Brussel. Eerst in een klassieke italianiserende stijl en later in de moderne Art Nouveau-stijl, daarbij samenwerkend met de architect Henry van de Velde. Het duidelijkste kwamen de Art Nouveau-principes naar voren in het herenhuis dat hij in 1894 voor de zakenman Paul Otlet ontwierp.
 
Tijdens zijn werk voor de Compagnie des Grands-Hôtels, rond 1900, leek het alsof zijn stijl ouderwetser werd. Toen hij in 1903 bij het ontwerp van Westende betrokken raakte, maakte zijn bouwstijl echter een grote verandering door. Zijn in 1904 gebouwde Kursaal was weliswaar nog in een landelijke stijl uitgevoerd, maar het unieke Grand Hotel Bellevue werd het eerste en meest extreme voorbeeld van zijn nieuwe rationele vormprincipes. Van Rysselberghe ontwierp een rechthoekig gebouw dat aan de oostzijde eindigde in een halfronde aanbouw.
 
De constructiemethode was eveneens modern: een skelet van gewapend beton werd bekleed met natuurstenen platen waartussen de voegen in een contrasterende kleur werden geschilderd. In het exterieur was de indeling van het hotel te herkennen: elke kamer had een loggia en de trappenhuizen kon men aan de buitenzijde herkennen door oplopende raamreeksen.

Op de begane grond leidde de centrale hal naar de monumentale marmeren trap naast de lift, en naar het restaurant, de feestzaal met bijhorende dienstruimtes, de bar en de correspondentiezaal. De ontbijtzaal annex café lag aan de zeezijde. Met mooi weer stonden de ramen naar het terras open. De grote feestzaal lag in het hart van het gebouw. Deze grote ruimte was opgedeeld door gepaarde zuilen en het cassettenplafond had zes vierkante bovenlichten. Aan de korte zijde lag een podium.

Vooroorlogse luxe


In juni 1911 vond de opening plaats. Tweehonderdvijfentwintig kamers, twee liften en zestien baden met warm zeewater stonden de gasten ter beschikking. Hydrotherapie ‘avant la lettre' voor een rijk cliënteel als het ware. In de Eerste Wereldoorlog werd Westende grotendeels verwoest. De Bellevue overleefde, zij het zwaar beschadigd, het oorlogsgeweld. De heropbouw volgde niet geheel de originele staat. Dat het hotel kon worden herbouwd, kwam door de sterke betonconstructie die het complex grotendeels overeind had gehouden. In 1922 nam "Westendaise S.A. Forcière et Industrielle", dat ook al het Westend Hotel bezat, de Bellevue over en de maatschappij kwam op die manier in het bezit van de enige twee grote hotels in Westende.

‘Sur une plage en vogue … Dans un Palace renommé … Des appartements modernes … La vie confortable d'avant-guerre au prix d'avant-guerre …'

Zo luidde een wervende tekst om de toeristen opnieuw naar Grand Hotel Bellevue te lokken. In 1925 werden er om die reden tennisvelden aangelegd. De Société probeerde op alle manieren Westende zo mondain mogelijk te houden. Tijdens het Interbellum fungeerde de badplaats dan ook als een "plage d'élite". Heel wat leden van de toenmalige koninklijke familie en hun hofhouding bezochten tussen de twee wereldoorlogen de hotelsuites, en brachten in de prestigieuze Bellevue hun vakantiedagen door. De aanwezigheid van het nobele gezelschap vormde dan weer een aparte charme voor de gegoede burgerij, die in het hotel neerstreek en wat graag mee snoepte van het vorstelijke klimaat.

Het verblijf in een dergelijk hotel was uiteraard vrij prijzig, zo kostte een kamer met bad en toilet maar liefst 25 frank per overnachting (geactualiseerd ongeveer 6 000 frank of € 150). Maar na het hoogseizoen, dat liep van 15 juli tot 1 september, werden behoorlijke kortingen verleend.

De Rotonde

Het restaurant met de toepasselijke naam "Rotonde" vindt zijn naam in de ronde uitbouw. Een gebogen rij van elf klassiek geïnspireerde fantasiezuilen deelt de ruimte in twee halfronde delen in. Naar alle waarschijnlijkheid werd van Rysselberghe bij de vormgeving van de Rotonde beïnvloed door het restaurant dat zijn collega Edouard Niermans voor het Hotel du Palais in Biarritz bouwde.
 
Daar stonden in de halfronde ruimte ook slanke witte, in dit geval Egyptiserende zuilen. De decoratie en inrichting van het Grand Hotel Bellevue was zeer klassiek in vergelijking met de revolutionaire buitenzijde. Het geheel liet invloeden zien van de verre reizen die van Rysselberghe had ondernomen naar Italië – zoals de genoemde klassieke elementen van Andrea Palladio: de sobere uitgebalanceerde vorm van het hele gebouw en de drie-leding van de ramen bij voorbeeld.
 
Een aantal onderdelen herinneren zelfs aan Marokkaanse paleizen bouw, zoals de ‘kantvormige' vormgeving van de balustrades en de mathematisch aandoende ritmering van de gevels.
Het platte dak werd ingericht als terras, van waar men een prachtig uitzicht over de zee en de duinen had. Om de gasten te onderhouden organiseerde men in de feestzaal concerten en dansavonden. In het café aan de zeezijde kon de gast deelnemen aan de 'afternoon tea'.
 
Binnen twee kilometer afstand was er mogelijkheid tot golfen. Het voor de gasten voorbehouden privé-strand lag voor het hotel en was via een trap in de zeedijkglooiing vlot te bereiken. Station "Westende Bellevue", waar de tram vanuit Oostende ook vandaag nog stopt, was speciaal vlakbij het hotel aangelegd.