Middelkerke

Getijdengebied

Onze kust had in de middeleeuwen een fundamenteel ander uitzicht dan vandaag. Het was een gebied dat onder invloed stond van de getijden. Via verschillende geulen drong het zeewater op geregelde tijdstippen diep het land binnen en gaf het ontstaan aan een groot schorrengebied. Op de hoger gelegen droge gronden, die stelselmatig bedijkt werden, was bewoning mogelijk. Een van die bewoonbare zones was Testerep, een landstrook die van het binnenland was afgescheiden door de Testerepgeul. De resten van die geul kan men vandaag nog altijd zien in het landschap.

Middelkerke-Testerep

Op Testerep ontstonden verschillende nederzettingen. De bekendste zijn Westende, Oostende en daartussenin – uiteraard – Middelkerke. Waarschijnlijk ontstond Middelkerke in de tweede helft van de 12de eeuw als een kerkje en gehucht in de buurt van een grote boerderij. De eerste vermelding van ‘Middelkerca’ dateert van 1218.

Landbouw en visvangst

Middelkerke is tot ver in de 19de eeuw een klein landbouwdorp gebleven. Vooral de schapenteelt had hier een hele lange traditie, later aangevuld met tuinbouw en andere vormen van veeteelt. In beperkte mate was er ook strandvisserij. Productieoverschotten werden afgevoerd, o.a. via de middeleeuwse Duinenweg, naar markten in de buurt.

De eerste toeristen

Die situatie wijzigde pas fundamenteel in de tweede helft van de 19de eeuw toen de eerste toeristen verschenen op het strand. In 1876 werd formeel de badplaats Middelkerke opgericht door een groep investeerders. De eerste hotels en villa’s verschenen in de duinen. Het was het begin van een razendsnelle evolutie die leidde tot de badplaats die we vandaag kennen.

Fusie

Tijdens de fusies van 1971 en 1977 werden negen dorpen, waaronder Middelkerke, samengevoegd tot een nieuw geheel. De andere waren Westende, Slijpe, Mannekensvere, Sint-Pieters-Kapelle, Schore, Wilskerke, Leffinge en Lombardsijde. Die grote nieuwe gemeente, kreeg eveneens de naam Middelkerke.