Leffinge

Het dorp van Latfin

Etymologisch komt Leffinge van 'Latfin-inga' (de nederzetting van Latfin). Naar alle waarschijnlijkheid is Leffinge ontstaan, ergens tussen de 5de en 7de eeuw, toen een groep vrije boeren, onder leiding van een zekere Latfin, zich vestigde op de rug van een dichtgeslibde getijdengeul in het toenmalige schorrenlandschap. Daar bouwden ze een cirkelvormig dorp op een verhoging (terp).

Religieus en bestuurlijk centrum

In de loop van de tijd groeide het belang en uitstraling van Leffinge. Omstreeks 950 werd de parochie opgericht en werd Leffinge een religieus centrum. De eerste vermelding van Leffinge (Latfinga) komt voor in een pauselijke bulle uit 988. Hieruit werden later Slijpe, Stene, Mannekensvere en Wilskerke afgesplitst als afzonderlijke parochies. Niettegenstaande het dorp steeds agrarisch van aard bleef, werd Leffinge in het midden van de 11de eeuw ook het bestuurlijke centrum van een ambacht (Kamerlings Ambacht) en later ook van de watering.

Druk verenigingsleven

Ook op sociaal vlak was het dorpsleven dynamisch. De Leffingenaars verenigden zich in allerhande religieuze en wereldlijke broederschappen zoals onder andere de schuttersverenigingen, gilden en genootschappen. Vanaf de 15de eeuw was er zelfs een rederijkerskamer 'Altoos Doende'. In 1539 was deze Kamer één van de 17 deelnemers aan de beroemde en beruchte landjuweel van Gent.

Kerkperikelen

Leffinge had sterk te lijden onder de godsdienstoorlogen van de 16de en 17de eeuw, vooral tijdens het Beleg van Oostende (1601 - 1604) lag het dorp in de vuurlinie. Er werden zelf plannen gemaakt om de kerk tot een echt fort om te bouwen. Of deze ooit zijn gerealiseerd is niet duidelijk. De huidige Onze-Lieve-Vrouwekerk van Leffinge werd gebouwd in 1877-1879.

Bezienswaardigheden