Pensioenstelsel
Er zijn 3 klassieke stelsels
Werknemerspensioen
Loontrekkenden uit de privé-sector, niet-statutair personeel van gemeenten, provincies en ministeries (zowel arbeiders als bedienden)
Zelfstandigenpensioen
Personen die een zelfstandig of vrij beroep uitoefenen.
Ambtenarenpensioen
Statutair personeel van gemeenten, provincies en ministeries. Bij gemengde loopbanen zullen de verschillende stelsels worden toegepast.
De aanvraag
Als je op de wettelijke pensioenleeftijd op pensioen wil gaan, dan krijgt je automatisch een jaar op voorhand de formulieren toegestuurd van de pensioendiensten.
Als je vervroegd (vanaf 60 jaar) op pensioen wil gaan, moet je nog steeds een aanvraag doen bij de dienst bevolking van jouw gemeente. Dit ten vroegste 1 jaar voor de ingang van het pensioen.
Ambtenaren doen hun aanvraag bij de administratie waar ze het laatst gewerkt hebben.
Vraag in elk geval je pensioen aan, ook al heb je maar een korte tijd in een stelsel gewerkt.
Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)
Deze uitkering biedt financiële hulp aan bejaarden met onvoldoende middelen. Vooraleer de Federale pensioendienst de uitkering toekent, is er een onderzoek naar de bestaansmiddelen.
Een pensioenaanvraag geldt ook als IGO-aanvraag. Als je al een pensioen ontvangt van werknemer of zelfstandige, een tegemoetkoming voor personen met een handicap, of het bestaansminimum, hoef je niets te doen. Het dossier wordt dan automatisch onderzocht. Als blijkt dat je recht hebt op de IGO, dan wordt deze toegekend met terugwerkende kracht.
Voor wie op 1 juni 2001 al het "gewaarborgd inkomen voor bejaarden" genoot, vergelijkt de FPD de twee bedragen. Je ontvangt dan de voordeligste uitkering.
voorwaarden
Om na te gaan of je recht hebt op de IGO, worden uw bestaansmiddelen en die van je eventuele huwelijkspartner of wettelijk samenwonende in kaart gebracht. Meer informatie over de berekening van je financiële middelen en de inkomensgrens waaronder je recht kan hebben op een IGO, vind je op de website van de Federale Pensioendienst.
Je moet ook voldoen aan de onderstaande voorwaarden op gebied van leeftijd, nationaliteit en woonplaats.
- Leeftijdsvoorwaarde: je moet minstens 65 jaar zijn.
- Nationaliteitsvoorwaarde: u bent Belg of je bevindt zich in een gelijkgestelde situatie.
- Verblijfsvoorwaarde: je moet jouw hoofdverblijfplaats in België hebben. Je mag maximaal 29, al dan niet opeenvolgende, dagen per kalenderjaar in het buitenland verblijven. Sinds 1 juli 2019 moet je de Pensioendienst altijd vooraf op de hoogte brengen als je:
- in België meer dan 21 opeenvolgende dagen op een andere plaats verblijft dan op jouw gewone adres.
- naar het buitenland gaat, wat de duur ervan ook is.
Meer informatie over de nationaliteitsvoorwaarde, de verblijfsvoorwaarde en de controles op de verblijfsvoorwaarde vindt u op de website van de Federale Pensioendienst.
Meer informatie: gratis nummer 1765
Indienen van de aanvraag
De gerechtigde kan, zoals in de pensioenregeling, de aanvraag op 2 manieren indienen:
- Bij het gemeentebestuur, waar hij/zij de hoofdverblijfplaats heeft.
- Bij de Federale Pensioendienst waar hij/zij zich persoonlijk (of via volmachtdrager) moet melden.