Kleine Bamburg
De Kleine Bamburg gaat, net zoals de Grote Bamburg, terug op een uithof van de Sint-Pietersabdij van Oudenburg uit de tweede helft van de 12de eeuw, de Oude Bamburg geheten.
Het was Philips van den Elzas die deze gronden aan de abdij schonk in 1173 en hiermee destijds een burenruzie ontketende. Op het einde van de 12de eeuw verzette Johannes van Westende zich namelijk hardnekkig tegen de rechten die de Sint-Pietersabdij van Oudenburg in 1173 had gekregen op alle nieuwe alluviale gronden tussen de Ijzer en de duinen van Westende. Na lang getouwtrek en financiële compensatie liet hij zijn verzet evenwel varen.
In 1243 brandde de Oude Bamburghoeve volledig af en werd ze iets verderop in de Bamburgpolder opnieuw gebouwd onder de naam Grote Bamburg. Deze hoeve was niet louter boerderij, maar had ook typische kloostergebouwen, zoals een kapel en gastenverblijven. In de 16de eeuw werd de Grote Bamburg opgesplitst in twee hoeves. Naast de Grote Bamburg kwam er nu ook een Kleine Bamburg.
De huidige Kleine Bamburg en de omgeving zijn beschermd als monument en als dorpsgezicht (08/09/1995). Het is architect Theo Raison die tijdens het interbellum het ontwerp tekende voor de heropbouw van deze traditionele hoeve. Typisch regionale kenmerken zijn de rode bakstenen en rode dakpannen, maar ook de karakteristieke steunberen van de stal- en wagenhuisvleugel. De hoeve is bereikbaar via een verharde oprit, die uitkomt op een verzorgde, rondbogige toegangspoort. Daarachter zijn de hoevegebouwen in hoefijzervorm gerangschikt. De opvallende langsschuur (d.w.z. dat de dorsvloer in de lengterichting van het gebouw ligt) is geïnspireerd op dertiende-eeuwse tiendenschuren, zoals die in Lissewege (Ter Doest).