Rederijkersfontein
De rederijkers… De term doet misschien nog een (school)belletje rinkelen, maar bij de meesten slechts in de verte. Iets met rijmen en voordracht? Volkomen juist! Rederijkers waren amateurdichters die zich verenigden in zgn. kamers. Ze beoefenden de kunst van de ‘retorica’ (welsprekendheid) en plachten ook al eens een toneeltje op te voeren. In wezen zijn het de middeleeuwse voorlopers van de toneelkringen.
Altoos Doende
Ook in Leffinge was vanaf 1442 zo’n kamer actief, nl. Altoos Doende, waarin de geletterde notabelen van het dorp zich verenigden om samen te rijmen en dichten. Dat de Leffingenaars daarin niet geheel onbekwaam waren, bewijst het feit dat ze zich durfden meten met andere kamers in grote tornooien, landjuwelen genoemd. Altoos Doende trad in 1539 zelfs aan, als één van slechts negentien deelnemers, op het beruchte landjuweel van Gent waar godsdienstige spanningen zich al duidelijk lieten voelen. Leffinge bleef echter op het rechte katholieke pad.
Historisch belangrijk
Rederijkersteksten kunnen voor de huidige lezer nogal zwaar op de maag liggen. Dat neemt niet weg dat het historische belang van de rederijkers voor het lokale verenigingsleven niet onderschat mag worden. In één of andere vorm bleef Altoos Doende immers doorleven tot 1958. Niet voor niets draagt de huidige toneelvereniging in Leffinge dezelfde naam. Het is een mooie hulde van de Leffingse toneelspelers aan hun illustere voorgangers en dorpsgenoten.
Blazoen
Een even symbolisch eerbetoon is het plaatsen van een rederijkersfontein op het Roger Muyllaertplein. Bij de vernieuwing van de straat en het pleintje werd een mooie muurfontein voorzien die tijdens de opening van de straat in werking werd gesteld. Op die fontein figureert het blazoen van Altoos Doende – waarop zelf ook een fontein is afgebeeld – en een fragment van een van hun teksten. Het is van een Leffings dichter die bekend stond onder het pseudoniem ‘Daelt in Oodtmoedigheyd’. Hij roept als inspiratieloze rederijker de hulp van de Muzen in… De tekst dateert van 1700.
Komt my te hulp o Sangh Godinnen!
Bestraelt met konst myn loome sinnen:
In u bedryf myn penne stiert,
Op dat die uwe oeffeningen,
Nae waerde weer ten toon magh bringen:
Dogh door u hulp met konst gheciert.
Meer weten?
‘De Rederijkerskamer Altoos Doende, 1442-1958’
Roger Van der Heyde, 1983, Graningate, 275p.