De Thuishaven eert lokale visserij

Gepost op 06/06/2024

In de 13e en 14e eeuw kreeg Lombardsijde stadsrechten door haar bloeiende vissershaven. Hoewel die eretitel in de 15e eeuw verdwijnt, zit de kustvisserij nog steeds gebeiteld in de Lombardsijdse geschiedenis. De kerk van Lombardsijde was een bedevaartsoord voor lokale IJslandvaarders. Er was zelfs een processie. Onder andere die mooie geschiedenis krijgt een prachtig eerbetoon in visserijmuseum ‘De Thuishaven’. Uw redacteur raakte gewillig verstrikt in het slepende verhalennet van Francine en Charles.

Modelbouwgenie

De benedenverdieping van het huisje in de – hoe kan het ook anders – Havenstraat is omgetoverd tot een showroom met ornamenten, opzet en vissersboten in modelbouw. Allemaal gemaakt door Charles Beuckels. De voormalige visser en reder kan de visserij niet loslaten. “Dat zit in je bloed. Mijn zoon en kleinzoon ‘varen’ ook. Dat maakt me trots. Al ben ik bezorgd over de toekomst van de kustvisserij.”

De collectie miniatuurboten is indrukwekkend. "Allemaal met de hand gemaakt", zegt Charles trots. De scheepslampen zijn doorzichtige duimspijkers, de masten zijn rietjes en de katrollen zijn kleine gordijngeleidertjes". Naast zijn eigen schepen, maakte Charles ook enkele IJslandvaarders na. "Ik zag die ontwikkeling van die schepen van dichtbij. En maar goed ook, als je nu zou zien met welke primitieve schepen wij zulke hachelijke reizen ondernamen... de schrik slaat je om het lijf."

Havenblokkade

Charles leefde meer op zee dan op land. De toekomst van de lokale visserij baart hem grote zorgen.

“Weet je… net zoals de landbouw worden we overstelpt met soms absurde regelneverij. Ik kan er wel in komen dat er klimaatverandering is, maar we dragen vooral de gevolgen van strandsuppleties en overtollig baggeren. Dat is mede de reden waarom vis en garnalen onze kust ontvluchten. En we staan machteloos tegen afstandelijke overheden en allerlei instanties die denken de waarheid in pacht hebben. Het jammere is dat er niet genoeg boten zijn om een havenblokkade te organiseren. In 1998 deden we dat wel in Oostende. Toen konden we de overrompeling van Hollandse industrieboten tegenhouden. Voila ’t is eruit!” (lacht)

Heroïek zonder overdrijven

Charles was de eerste van de familie die visser werd. Mijn moeder was concierge in Westende-Bad. Mijn pa is vroeg gestorven, dus moest ik snel gaan werken. “Ik moest met tegenzin naar de bakkerschool. Ieder vrij moment kruide ik (te voet met een sleepnet door de branding waden) in de branding naar garnalen. Toen ik een lesgever van de visserijschool tegenkwam, was ’t ‘foutu’. Na veel zagen, mocht ik naar de visserijschool. Daags na mijn 15de verjaardag voer ik op mijn eerste reis naar IJsland. 26 dagen! Varen op IJsland klinkt heroïsch, maar dat was het ook. Ik herinner me nog toen ons schip in 1967 bevroor en we noodgedwongen dichter op de kust moesten varen. Enkele Engelse schepen deden dat niet en vergingen met man en muis door de overtollige ijsvorming.

foto gemeente Middelkerke

 

"Van zodra mijn lading op de kade lag, 'schuufelde' mijn gat om weer in zee te trekken"

 

De roep van de zee

De visserij is net als de zee. Eén grote, woelige plek vol uitdagingen. Je bent ver en lang weg van huis. Je bent verantwoordelijk voor jouw broodwinning en die van je bemanning . Maar ik deed het zo graag. Van zodra onze lading op de kade lag, ‘schuifelde ons gat’ om het zeegat weer in te trekken.

Een bom geld

Francine Dalle, is al 50 jaar ‘madam’ Charles. Zij baatte een viswinkel uit en deed de papieren. “Charles heeft tijdens zijn carrière 4 ‘schiptjes’ gehad. Dat kostte een bom geld, maar gelukkig visten we ons uit die investeringen. We hebben goed ons brood verdiend, maar 't was verdikke soms moeilijk. Charles pikt in: "In het begin was het echt lastig. Als ons schip met een kleine lading thuiskwam moest ik soms nog geld opleggen om mijn eten te betalen. Ik heb dat gelukkig als schipper/reder niet meer meegemaakt. Ik kende de goeie plekjes uit mijn duim. Ik ben niet voor niets ooit verkozen tot tweede beste schipper van 't land hè (knippogt). Mijn laatste schip was een juweeltje. Het was ook op dat moment dat ik besloot de boel over te laten. Mijn zoon heeft lang getwijfeld, maar besloot om het niet te doen. Hij kon gelukkig wel aan de slag bij de reder die ons laatste schip overnam. Zo vaart er toch nog een Beuckels met dat prachtschip.”

Loonvisserij perfect geregeld

In Nieuwpoort lagen vroeger veertig sloepen, nu nog twee. Charles is direct: “Kleine rederijen halen het bijna niet meer. Vissen in loondienst is het enige alternatief. Al hebben rederijen enorm veel moeite om personeel te vinden”. “Maar ’t is wel allemaal perfect geregeld”, pikt Francine in. “Onze zoon en kleinzoon kunnen met een gegarandeerd loon en hun passie verder beleven.”

Herleven in De Thuishaven

“Trouwens, mijn zoon Rudy is genoemd naar mijn eerste schip de N1 ‘Rudy’. Ik zei tegen Francine, toen ze zwanger was, dat we het niet ver moesten zoeken qua naam.” (lacht)

foto gemeente Middelkerke“In De Thuishaven herleven we”, zegt Francine. “Bezoekers hangen aan onze lippen en zijn onder de indruk van de harde stiel en de kleurrijke verhalen. En natuurlijk van de prachtige miniaturen van Charles. We merken dat de visserij tot de verbeelding spreekt bij heel wat generaties. Ook voor ons is De Thuishaven een warme plek om herinneringen op te halen."