Kwaliteitsproblemen

Vlaamse Codex Wonen

Elke woning in Vlaanderen moet aan een aantal minimale kwaliteitseisen voldoen op het vlak van veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit. We noemen dit de woningkwaliteitsnormen. Deze kwaliteits- en veiligheidsnormen liggen vast in de Vlaamse Codex Wonen.

Conformiteitsprocedure

Ben je huurder en maak je je zorgen over de kwaliteit van jouw huurwoning?Contacteer dan best zo snel mogelijk de eigenaar, eerst mondeling en indien dit geen gevolg heeft, schriftelijk en aangetekend. Wanneer de eigenaar dan nog altijd geen renovatiewerken uitvoert, neem je best contact op met de gemeentelijke dienst huisvesting. Het gemeentebestuur zal dan bij je langskomen om een conformiteitsonderzoek uit te voeren. Opgelet ! De aanvraag voor een conformiteitsonderzoek moet schriftelijk gebeuren.   

Tijdens het conformiteitsonderzoek wordt de kwaliteit van de woning getoetst aan de Vlaamse Codex Wonen. Elk gebrek leidt tot een strafpunt binnen een bepaalde categorie (categorie 1, 2, of 3  afhankelijk van het soort gebrek). Een woning die minstens 1 gebrek in categorie 2 of 3 scoort,  is NIET conform de Vlaamse Codex Wonen. In dit geval zal het gemeentebestuur een procedure tot ongeschiktverklaring en/of onbewoonbaarverklaring opstarten. De verhuurder krijgt dan enige tijd om de werken uit te voeren. 

Indien de verhuurder de gebreken verhelpt, wordt de procedure stopgezet. Worden de gebreken echter niet voldoende opgelost, zal de burgemeester overgaan tot het nemen van een besluit Ongeschiktheid en/of Onbewoonbaarheid.

Gevolgen Besluit Burgemeester

Voor de verhuurder

Wanneer een woning ongeschikt en/of onbewoonbaar wordt verklaard, wordt de woning opgenomen in de gewestelijke Inventaris VIVOO (Vlaamse inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen). Dit geeft aanleiding tot een  gemeentelijke verkrottingsheffing van minstens 4.000 euro van zodra de woning drie maanden op VIOO staat.
 
Bij een ongeschiktverklaring mag de zittende huurder in principe in de woning blijven wonen. Indien hij echter het pand verlaat, dan mag de verhuurder het pand slechts opnieuw verhuren nadat het besluit burgemeester werd opgeheven. Een besluit burgemeester kan pas worden opgeheven nadat een onderzoek heeft uitgewezen dat het pand opnieuw voldoet aan de minimale kwaliteitseisen. Indien hij toch overgaat toch herverhuring, of de nodige renovatiewerkzaamheden te lang op zich laten wachten, dan is de verhuurder strafrechtelijk vervolgbaar. 
 
Bij een onbewoonbaarverklaring dient de huurder pand tegen een vastgestelde datum te verlaten.

Voor de huurder

Ook voor de huurder heeft een besluit burgemeester soms gevolgen. Zo moet hij bij een onbewoonbaarverklaring van de woning het pand zo snel mogelijk te verlaten. Slechts uiterst zelden verkrijgt hij voorrang bij het toewijzen van een sociale woning. Onder bepaalde voorwaarden kan de huurder een beroep doen op een huursubsidie en installatiepremie als hij naar een conforme en voldoende ruime woning verhuist.