Selectief slopen
Selectief slopen
In Vlaanderen komt er jaarlijks ongeveer tien miljoen ton bouw- en sloopafval vrij. Deze enorme hoeveelheid bedraagt maar liefst drie keer meer dan de jaarlijkse hoeveelheid huishoudelijke afvalstoffen. Daarom is het belangrijk dat er zo weinig mogelijk verontreinigend bouw- en sloopafval naar een stortplaats wordt afgevoerd. Dat kan door de belangrijke fractie van het bouw- en sloopafval, de steenfractie, te breken. Deze gebroken steenfractie kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor de productie van stabilisé of nieuw beton, op voorwaarde dat ze niet verontreinigd is. Dat is mogelijk door gebouwen selectief te slopen.
Bij de ontmanteling van een gebouw, worden daarbij de verschillende afvalstromen die vrijkomen apart ingezameld en afgevoerd naar de afvalverwerkingsbedrijven. Bij selectief slopen moeten eerst de gevaarlijke afvalstoffen, zoals asbesthoudende materialen, verwijderd worden. Het is sterk aanbevolen om hiervoor een beroep te doen op professionele asbestverwijderaars. Verder worden ook de niet-gevaarlijke afvalstoffen, zoals glas, hout, kunststoffen, etc., beter afzonderlijk ingezameld. Hierdoor ontstaan zuivere stromen en kunnen we deze maximaal benutten door ze opnieuw te gebruiken en te recycleren. De inspanningen om selectief te slopen leveren een financieel voordeel op, omdat deze stroom niet eerst moet gesorteerd worden, alvorens te recycleren.
Uiteraard is het niet de bedoeling om kleine verbouwingen, zoals het uitbreken van een badkamer, te onderwerpen aan selectief slopen. Voor verbouwingen waarbij een stedenbouwkundige vergunning vereist is, biedt het selectieve slopen daarentegen een duidelijke meerwaarde. Ook voor werken waarbij een aanzienlijke hoeveelheid steenpuin vrijkomt, zoals het heraanleggen van een oprit of terras, houdt men de steenfractie best apart. Een container zuiver steenpuin is immers eenvoudiger te verwerken en kost een stuk minder dan het verwerken van een container gemengd afval.